AUHA Zaaifonds 2025
Het doel van het zaaifonds is duurzame samenwerking tussen onderzoekers van de AUHA te stimuleren over de instellingen van de AUHA heen. De partners van de AUHA vinden het belangrijk om ook op het vlak van onderzoek intensiever samen te werken omdat:
- onderzoek binnen de AUHA vaak complementair is en samenwerking versterkend kan werken;
- onze kennismaatschappij om oplossingen vraagt voor steeds complexer wordende problemen;
- wetenschappelijke ontwikkelingen zich vaak voordoen op die vlakken waar verschillende onderzoeksvelden elkaar raken.
Het AUHA-zaaifonds heeft als doel tijd en ruimte te creëren voor het uitwerken van een gezamenlijk aanvraagdossier bij een externe subsidieverstrekker.
Het AUHA-zaaifonds is een competitieve oproep. In 2025 is er een financiering voorzien voor niet minder dan 6 projecten, 2 hiervan worden gefinancierd met Global Minds-middelen en zijn bedoeld voor samenwerking met het Globale Zuiden. Meer informatie over de procedure en selectie 2025:
English version – Seed funding for research partnerships:
AUHA Zaaifonds 2024
In 2024 werden 4 projecten geselecteerd die elk 25 000 euro toegewezen kregen. Benieuwd? Maak kennis met de onderzoekers en hun samenwerkingsprojecten:
Hefbomen voor werkplekleren
Map Meno
Naudis
Prepare Nu
Bekijk hier hoe de zaaifondsprojecten 2024 zich aan elkaar voorstellen, leer de onderzoekers kennen en beluister hoe zij samenwerking en het AUHA-zaaifonds ervaren:
Map Meno – Naudis
Hefbomen voor werkplekleren – Prepare Nu:
AUHA Zaaifonds 2023
Titel project: SIMNPACT – Simulation-based Interprofessional Medical and Nursing Program Advancing Collaboration and Teamwork
Promotor: Haydée De Loof (Karel de Grote Hogeschool)
Co-promotoren: Filip Haegdorens (Universiteit Antwerpen), Geert Van de Weyer (Karel de Grote Hogeschool), Deborah Hilderson (Karel de Grote Hogeschool) en Kendra Geeraerts (Karel de Grote Hogeschool)
Korte inhoud:
Samenwerking en teamwerk in de gezondheidszorg is een voorwaarde voor hoogwaardige en veilige zorg met aandacht voor individuele behoeften en waarden van de patiënt. Bovendien is een betere samenwerking tussen verpleegkundigen en artsen gekoppeld aan een grotere arbeidstevredenheid en minder personeelsverloop in zorgorganisaties. Veel zorgverleners, zoals verpleegkundigen en artsen, maken echter pas na hun opleiding kennis met deze vorm van samenwerking. Dit onderzoek zet in op interprofessioneel onderwijs. Er wordt gebruik gemaakt van ‘simulatieleren’ om studenten Verpleegkunde en Geneeskunde samen te brengen. Simulatieleren is een educatievorm die gebruikt wordt binnen het interprofessioneel onderwijs waarin gewerkt wordt met realistische casussen om vaardigheden zoals communiceren en samenwerken aan te leren. Het onderzoek gaat na of simulatieleren een impact heeft op competenties, gedrag en de attitude van deze studenten.
AUHA Zaaifonds 2022
Titel project: Towards Age-friendly Cities
Promotor: Wouter Verheyen (Universiteit Antwerpen)
Co-promotoren: Pieter Cools (AP Hogeschool) en Sofie Vermeiren (AP Hogeschool)
Korte inhoud:
Dit onderzoek focust op 65-plussers die hun zelfstandigheid maximaal willen behouden. De weg naar meer digitalisering, innovatieve oplossingen om het leven ‘gemakkelijker te maken’ en alternatieve transportmiddelen voor ‘koning auto’ presenteren een grote uitdaging voor deze steeds groter wordende groep. Er zijn al heel wat mogelijkheden om zich te verplaatsen binnen de stad, maar zijn deze wel toegankelijk? Om ouderen ook effectief in staat te stellen actief te blijven deelnemen aan het stedelijk leven, alsook gebruik te maken van openbare diensten en services, moet het aanbod ook voor deze groep toegankelijk zijn. Dit bevordert niet alleen hun welzijn, maar het verlicht ook de stijgende druk op de residentiële zorg en dienstverlening. Inzetten op onderzoek ter bevordering van de toegankelijkheid tot velerlei dienstverlening, lijkt voor deze specifieke groep dan ook een logische en belangrijke stap. Een logische en prangende onderzoeksvraag hierbij luidt dan ook ‘Op welke manier kunnen slimme stedelijke mobiliteitsoplossingen bijdragen aan een betere mobiliteit voor ouderen in metropole regio’s?’.